In één woord: zen is aandacht. Je kunt ook zeggen: zen is doen wat je doet. Thee drinken als je thee drinkt, de tuin aanharken als je de tuin aanharkt. Met volle aandacht, door niets af te leiden. Zen gaat over de werkelijkheid van dit moment, dus over wat er werkelijk is. Stel je voor, dat je echt hier in dit moment kunt zijn, zonder dat er andere gedachten zijn. Dus geen bijgedachten, geen dagdromen en geen wensen en eisen: echt hier en in dit moment zijn. Wat kan dat betekenen, wat zou dat opleveren?
Zen is aandacht en aandacht is: lichaam en geest bijeen brengen. Kijk eens naar de manier waarop wij meestal onze tanden poetsen. Kijk eens of je in staat bent met je aandacht erbij te blijven, dat wil zeggen al je handelingen op de voet te volgen. Kun je dat niet? Benoem dan eens heel precies in gedachten alle handelingen van het tanden poetsen. Dan zijn lichaam en geest één. De training bestaat er uit, dat je steeds beter leert om aandachtig te zijn.
Zen is je dagelijkse leven. ‘Water dragen, hout hakken’. Dat zeiden de zenmeesters eeuwen geleden al, toen hen gevraagd werd wat zen betekende. Ze bedoelden dit: zen is doen wat gedaan moet worden, doen wat er aan de orde is, omwille van zichzelf, zonder bijbedoelingen en met alle aandacht. Als je je tanden poetst, poets je je tanden. Met een heldere geest die niet in beslag wordt genomen door zorg en angst, door hoop en opwinding of door verveling. Lichaam en geest zijn één.
We zeggen wel eens: zen is goed doen wat je doet. Dat lijkt makkelijker dan het is. Vaak heb je het druk en ben je met meer dingen tegelijk bezig. Je merkt dat je hoofd overloopt. Hoe bewaar je dan de rust om wat je doet ook écht te doen? Met ‘goed’ bedoelen we niet dat alles perfect moet zijn. Goed is dan slechts een maatstaf is die je ergens in je leven hebt ontwikkeld. Kijk eens naar jouw ideeën over de maatstaf die jij hanteert. Stop met te zeggen: “Ik doe het niet goed”, “Hij/zij doet het niet goed”. Probeer al je ideeën over wat goed is even los te laten. Je wéét niet wat ‘goed’ is en je hóeft het ook niet te weten. Wat kun je dan wel doen? Dat is dit: de dingen doen met inzet van al je zintuigen, met al je aandacht en met al je inzet van dit moment.
Kijk ook eens wat aandacht doet met je humeur. Laat al je ideeën over ‘vervelend’, ‘niet leuk’, ‘dat is niks voor mij’, ‘nu even niet hoor’, ‘waarom ik?’ eens los en ga gewoon aan de slag met wat er moet gebeuren. Stop daar al je aandacht in en onderzoek dan of je een andere gemoedstoestand kunt bespeuren.
Zen is oefening, vooral aandachtsoefening en oefenen is steeds weer herhalen. Zazen is het zittend oefenen van je aandacht. Mediteren is niet: je hoofd leeg maken en niet meer mogen denken. In zen-meditatie schep je ruimte waardoor de hectiek van alledag en de daarmee gepaard gaande emoties en gedachten in rustiger vaarwater komen. Dat schept ruimte, inzicht en helderheid over jezelf en je leven. Vanuit die helderheid leer je, hoe je steeds beter in staat bent om je te richten op wat je werkelijk te doen hebt en verlies je geen energie aan allerlei afleidingen.
Oefening houdt ook in, dat het niet altijd direct goed gaat. Je raakt je aandacht gemakkelijk kwijt. Dat is niet fout, voel je dus niet schuldig maar sta het jezelf toe. Wat je kunt doen, is je aandacht steeds weer richten op wat je doet. Zoals op het meditatiekussen: steeds weer terugkomen bij je ademhaling. Die oefening kun je altijd doen. Iedere dag kun je dus oefenen. Leer je leven te zien als oefening!